Zo zit het AHA ! (deel 2)   ZING… IN MIJMERING!  – door Reinout Koperdraat 

In vervolg op de eenvoudige waarheid van Tijn Touber (zie AHA! – deel 1) beweer ik nu dat je tot stilte kunt komen langs verschillende paden. Niks nieuws. Maar… “mediteren moet..!” was de principiële heilsboodschap die mijn destijds nogal stijve School voor Filosofie toen nogal dwingend uitdroeg. Dat deed en doe ik, maar geen enkele methode voor zelfonderzoek is alleenzaligmakend. Je kan ook… mijmeren. In niksdoen. Lijkt op luiwammesen. Heel erg gezond. En verhelderend. Je krijgt ook daarvan  inspirerende “AHA’s” in je schoot geworpen!

Het prachtige gedicht “De dwaas bij het raam” van de prachtige dichter Rutger Kopland *) doet mij altijd aan mijn vader denken. Verre van “dwaas” maar een echte mijmeraar en die ook altijd alles fietste (Kopland: “Op de fiets gaat alles wel langzaam, maar toch nog behoorlijk hard”).

Het gaat zo, lees!

“Dagen en dag, alleen bij het raam,

denkt de dwaas zijn vreemde gedachten, denkt wat hij wil.

Maar niemand wil iets weten,

ze weten alleen hij is dwaas

en wat hij denkt is geen antwoord.

Maar de dwaas bij het raam hij kijkt over de stad

Naar de klok van de kerk en de tijd gaat voorbij.

Het gaat voorbij, als een hoofd in de mist.

De man met zijn duizend gedachten die duidelijk weet

wat niemand wil weten, bij

iedere slag, die hij hoort weet

wat hij verliest en verloor,

de dwaas bij het raam hij kijkt over de stad

naar de klok van de kerk en de tijd gaat voorbij.

En niemand kijkt of schijnt

te kijken naar wat hij ziet

en niet kan laten zien.

Hij luistert naar niemand, 

hij houdt niet van dwazen.

En zij niet van hem.

De dwaas bij het raam hij kijkt over de stad

naar de klok van de kerk en de tijd gaat voorbij.”

Dit gedicht past hermetisch, als een sjabloon, op mijn vader. Mijn vader stond óók vaak alleen voor het raam, in zijn latere jaren. Hij mijmerde dan. Hij staarde dan ook altijd naar de klok van onze kerk, pal tegenover ons huis – op de gevel van rode baksteen van de H.H. Martelaren van Gorcum in Oost. Hij hoorde ook bij iedere klokslag duidelijk wat niemand wil weten en wat hij verliest en verloor. Mijn vader keek ook uit over een stukje stad, vanaf zijn werkbank op onze zolder in zijn schildersatelier. En hij hield ook niet van dwazen, met zijn duizend gedachten. En niemand scheen te kijken naar wat hij zag en niet kon laten zien – althans moeilijk (behalve in zijn schilderwerk). En ook bij hem ging de tijd voorbij.

“Pap, waar denk je nou allemaal steeds aan?” vroeg ik hem vaak, als-ie weer voor het raam stond.

“Ach… aan vanalles, joh…!”

Mediteren had hij nooit gedaan. Wat ik ‘m weleens voorstelde te doen, omdat ik op de School voor Praktische Filosofie toen zelf had leren mediteren. Maar nee, dat leek ‘m niks voor hem.

“Nee, ik mediteer niet. Ik mijmer.”

Daarmee was de kous altijd af. Dat gemijmer voor ons raam gaf hem rust. Altijd. Hij bezwoer me dit, als ik weleens doorvroeg. Ik vroeg niet door.

Zoals mijn beeldscherm soms meedeelt dat “de gegevens worden verwerkt – even geduld a.u.b.” Dan stop je even met je typwerk. Je wacht.

En hij bleef altijd schilderen (tot zijn korte ziekbed). Hij bleef tot zijn dood een pacifistische socialist en radicaal tegen armoede, onrecht en uitbuiting – samen met mijn moeder (ook beeldend kunstenaar).

Dwaas? Voor het klootjesvolk zeker.

EVEN MIJMEREN…

Als ik er nou niet helemaal bij ben op onze ALV – die nu in een tussenzin gepland staat op 17 december (in hun laatste Nwsbrf) – dan is dat omdat ik even aan mijn goede vader terugdenk, die dan precies op DIE dag twintig jaar geleden naar een andere wereld verhuisde – een wereld die er hopelijk beter uitziet dan de wereld die wij kennen.

Ik ben dan even in mijmering op de 17e. Zoals hij.

Als een dwaas. Die ik was en ben.

Want in mijn communistische CPN-actietijd heette ik een “commie”! In mijn vredesactietijd (Woensdrecht e.o.) heette ik een “softie”! In mijn feministisch georiënteerde mannenpraatgroep (UvA) heette ik een “floeper” en een “zachtman”! In mijn corona-dictatuur heet ik nu een “wappie”!

Kunnen er nog meer “dwazen” in mijn hoofd bij?

Dus als ik er met mijn hoofd niet helemaal bij ben op die komende, dwaze ALV op 17 december… dan mijmer ik. Ziet er wat lui uit.

Wellicht zal ook niemand mij dan iets vragen, zoals ook haast niemand mijn vader meer iets vroeg.

Wellicht omdat ik iets weet.

Dat hij waarheid wist.

*) Voetnoot: Rutger Kopland, derde bundel: Alles op de Fiets – Uitg. Van Oorschot, A.dam, 1969.

BELANGRIJK: Koplands’ “De dwaas bij het raam” is diens eigen vertolking van “The Fool on the Hill” – John Lennon/Paul McCartney: op de Beatles-LP “Magical Mystery Tour”.

En dát lied was door The Beatles weer rechtstreeks geïnspireerd op ons Nederlandse FOOL-Collectief, dat The Beatles e.a. destijds voorzag van hun felkleurige en krullerige hippie-designs (op kleding, op auto’s etc.), mede in combinatie met en onder invloed van de Oosters-magische wijsheidstradities die The Beatles toen naar een ‘next level’ tilden.

Ons Amsterdamse Hart voor Vrijheid-lid Jade Moon Finch – een van onze verkiezingskandidaten tijdens de laatste Gemeenteraads-verkiezingen – organiseerde onlangs een expositie in Mokum over het legendarische FOOL-Collectief: want dat waren zijn ouders!

En een boek door Jade over dit alles is op komst. De wereld is klein. Maar fijn.

terug naar De Andere Nieuwsbrief


© Hart voor vrijheid Amsterdam.