De ‘onderzoekscommissie’ als rookgordijn – Redactie Andere Nieuwsbrief

Zoals op 1 oktober aan alle leden is gemeld, heeft het bestuur een onderzoekscommissie (OC) ingesteld om het conflict te onderzoeken. Het vreemde hieraan is dat het specifieke doel van de OC onduidelijk is en er vraagtekens open staan over de onpartijdigheid van deze commissie. Zo is de OC ingesteld door het bestuur en is er sprake van een moeder-zoon relatie tussen een lid van de OC (Tine Verhagen) en een bestuurslid (Pasqual Verhagen).

Het onderzoeken en beoordelen van een conflict heeft altijd te maken met integriteitsgronden. Immers: een conflict kan alleen maar ontstaan wanneer integriteitsgronden met elkaar botsen. Het onpartijdig beoordelen van deze integriteitsgronden, om zodoende een oplossing te vinden voor een conflict, is een taak van de nog steeds niet gekozen en in de statuten verankerde integriteitscommissie. Het is daarom vreemd dat er buiten de democratie om, door het bestuur, een onderzoekscommissie wordt ingesteld. Overigens werd deze onderzoekscommissie door een lid van het bestuur zelfs aanvankelijk (per abuis?) een integriteitscommissie genoemd.

Zoals in ons feitenrelaas te lezen valt [KLIK HIER], werden op de ALV van 11 juni de twee integriteitscommissie-kandidaten uit de Werkgroep Integriteit door de voorzitter gediskwalificeerd. Vreemd is dat voor de afgeblazen ALV van 27 augustus plotseling een aantal nieuwe kandidaten op de lijst voor de integriteitscommissie-verkiezing stonden die nog niet eerder interesse hadden getoond. Dit doet het vermoeden rijzen dat het bestuur deze kandidaten min of meer geronseld heeft. Het merendeel van deze kandidaten vormen nu de onderzoekscommissie.

Als we nu inzoomen op de statuten, dan staat in artikel 12.1 dat zowel het bestuur als de ALV tijdelijke of permanente commissies mogen instellen en de leden van die commissies mogen benoemen, schorsen en ontslaan. In artikel 12.3 staat dat de taken en bevoegdheden bij besluit worden vastgesteld door het orgaan dat deze heeft ingesteld (ALV of het bestuur), tenzij de taken en bevoegdheden van een commissie al in de statuten of reglementen is geregeld. Het lijkt mij logisch dat een inhoudelijke beoordeling nodig is, om vast te stellen of taken en bevoegdheden van een in te stellen commissie al vastgesteld is binnen de statuten. Het kan immers niet zo zijn dat een commissie met een andere naam wordt ingesteld die (delen van) dezelfde taken en bevoegdheden heeft als een reeds in de statuten vastgestelde commissie.

Onreglementair?
Ik vermoed daarom dat het instellen van een OC die voor een deel dezelfde taakstelling heeft als de integriteitscommissie, onreglementair zou kunnen zijn en daarom teruggedraaid zou moeten worden. Immers staan binnen artikel 17 van de statuten duidelijke richtlijnen, taken en bevoegdheden voor de integriteitscommissie. Zo is het een commissie die door de ALV moet worden ingesteld en zijn er duidelijke richtlijnen rond partijdigheid opgenomen. In artikel 17.4 staat bijvoorbeeld dat een lid van de integriteitscommissie waarbij op enige wijze de schijn kan bestaan van partijdigheid in een bepaalde aangelegenheid niet deel mag nemen in de beoordeling van die aangelegenheid. Ik denk dat een moeder-zoon relatie tussen een lid van de OC en een bestuurslid, geclassificeerd zou moeten worden als “een schijn tot partijdigheid”.

Of dit werkelijk onreglementair is, zou beoordeeld moeten worden door de Beroepscommissie, maar vreemd is het zeker. Nog vreemder zijn de vragen van de OC ten aanzien van de geschorsten. Vorige week heeft iedereen de vragen en antwoorden op de eerste ingevulde vragenlijst al kunnen lezen [LEES HIER]. De vragen vind ik duidelijk niet neutraal gesteld, soms volstrekt irrelevant, waarbij meer dan tachtig procent al te vinden is in ons Feitenrelaas en mijn 31 pagina’s tellende bezwaarschrift. Ze zijn heel sterk gesteld vanuit een paranoïde invalshoek en in lijn met de wijze van communiceren van het bestuur.

Rookgordijn
In mijn ogen is de OC dus een rookgordijn, omdat ze duidelijk niet onpartijdig opereren. De feiten met onderbouwing zijn al door de geschorsten naar buiten gebracht. Met mijn bezwaarschrift erbij zou de OC een hele stevige onderbouwing moeten hebben om het gedrag van het bestuur en de geschorste leden langs een integriteitslat te leggen. Die integriteitslat is bij gebrek aan beter, de erecode en de kernwaarden Liefde, Verbondenheid, Vertrouwen en Integriteit van Hart voor Vrijheid.

Hoewel ik voor honderd procent achter deze feiten sta, kan ik me voorstellen dat feiten geverifieerd dienen te worden. Dat doe je niet met wat subjectieve vragen. Nee, dat doe je door allerlei mailwisselingen en geschreven documenten door te worstelen en mensen uit te vragen. Eigenlijk het werk dat wij als geschorste leden gedaan hebben.

Bijvoorbeeld: toen Monica beschuldigd werd van het lekken van informatie aan Michiel Koperdraat, omdat er een andere versie van een anoniem verslag van de ALV van 11 juni in de Nieuwsbrief verscheen, vroegen we eerst aan Michiel of hij een mail van Monica had ontvangen met de betreffende informatie (dit bleek niet het geval) en aan degene die de nieuwsbrief maakt, hoe het verslag veranderd was. Het bleek dat het veranderen van dit verslag helemaal niets met Michiel en Monica te maken had. De beschuldiging van het bestuur bleek dus niet op feiten te berusten. Zo onderzoek je de feiten!

Onafhankelijk
Onderzoek Ik kan me voorstellen dat deze feiten door een werkelijk onafhankelijke partij nog eens grondig onderzocht dienen te worden. In sommige verenigingen en stichtingen heb je daarvoor een Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht beoordeelt een bestuur op bestuursbesluiten en heeft bij onregelmatigheden ook de bevoegdheid om het bestuur te ontslaan. Als deze vereniging dit conflict overleeft ga ik me naast een nieuw bestuur hard maken voor een Raad van Toezicht.

terug naar De Andere Nieuwsbrief


© Hart voor vrijheid Amsterdam.